Voorstelling groep 5 t/m 8

Het gouden bos

Duur 30 minuten

In dit verhaal zijn de bomen de hoofdpersonen. Met prachtige videobeelden als decor van mijn verhaal, komt het hele bos tot leven. De kinderen maken kennis met de grote verscheidenheid aan bomen: de Dans-boom, de boom met de magische poort, de Aziatische boom, de Knorrepot, de Treurwilg, etc. Maar een soort overheerst in het bos en dat zijn de grote bomen met de bruine bast. Ze torenen hoog boven de andere bomen uit en nemen al het licht weg. En met hun diepe lange wortelsonttrekken ze al het water. Het bos wordt steeds donkerder en droger. En nog steeds hebben de grote bruine bomen niet genoeg. Ze willen ook nog het goud!

In het bos doet een legende de ronde, die vertelt over dit goud. Lang geleden stond er in het bos een oude wijze boom. Het verhaal gaat dat deze boom in het bezit was van een magische staf en dat het bos in zijn tijd van goud was.

De grote bruine bomen geven hun handlangers (de bramen, de brandnetels en de varens) de opdracht om het hele bos uit te kammen op zoek naar de magische staf en het goud. In hun zoektocht overwoekeren ze het hele bos en richten ze veel schade aan. Maar het goud en de staf vinden ze niet.

De kleine jonge bomen kijken verwonderd naar de grote bomen omhoog. Waar zijn ze mee bezig? Maar de grote bomen zien hen niet en luisteren niet. De jonge bomen mogen enkel in hun schaduw staan. Op een dag pikken de jonge bomen dat niet langer. Het bos is ook van hen. Het is hun toekomst. Maar hoe kunnen ze de hebzucht van de grote bomen stoppen? Ook zij gaan op zoek naar het goud. Maar zij doen dat op een heel andere manier. Ze zijn stil en luisteren. De magie van het bos, brengt ze steeds dichterbij. Ze vinden het goud, wat geen goud blijkt te zijn zoals wij het kennen. Met het ontrafelen van de legende brengen de jonge bomen de harmonie en verbondenheid terug in het bos. De grote bomen maken voor de jeugd een diepe buiging. En zo keert het zonlicht terug op de grond. Alles in het bos begint weelderig te groeien. Het bos lijkt van goud. Want het enige echte goud, is Gi-ga-groen!

Voorstelling groep 1-4

Mevrouw Groen en mevrouw Grijs

Duur: 25 minuten

Mevrouw Groen houdt van groen. Alles in haar huis en tuin is groen. Als een cake die uit zijn bakvorm rijst, groeien de planten en bloemen over haar tuinhek heen, zo de straat op. Elke dag moet de tuin dringend naar de kapper. Maar niet te kort, want in haar tuin wemelt het van de insecten. Mevrouw Groen heeft een insecten-opvang.

Nu zul je denken dat iedereen de tuin van mevrouw Groen mooi vindt. Maar dat is niet zo. Mevrouw Grijs, de burgemeester van het dorp, vindt het afgrijselijk. Zij houdt alleen van grijs, van grijze huizen, van grijze straten, want grijs is netjes.

Elke keer als mevrouw Grijs langs de tuin van mevrouw Groen loopt, krijgt ze het Spaans benauwd. Ze begint te springen en te gillen: ‘Dit kan echt niet’. Stop hou op! Mevrouw Grijs plaatst overal plak-strips en limonadevallen. Waar mevrouw Groen de insecten vervolgens weer uit redt, die dan weer weken bij haar moeten revalideren.

Wanneer er een vlieg in de tomatensoep van mevrouw Grijs belandt, is mevrouw Grijs er helemaal klaar mee. De tuin van mevrouw Groen wordt verboden en zal al de volgende dag worden weggeruimd. Mevrouw Groen doet er alles aan om mevrouw Grijs op andere gedachten te brengen. Bomen en planten maken immers zuurstof en bloemen ruiken heerlijk en insecten zijn nuttig. Maar mevrouw Grijs wil er niets van horen. Ze laat de opdringerige mevrouw Groen zelfs arresteren door de politie. Maar wanneer mevrouw Groen die avond laat van het politiebureau terug naar huis loopt, ziet ze licht branden in de kelder van mevrouw Grijs. Ze spiekt door het kelderraampje, langs het dichte gordijn, naar binnen en ontdekt het geheim van mevrouw Grijs. Dit geheim brengt de dames uiteindelijk samen. Ze worden die avond zelfs dikke vriendinnen.

Wanneer de volgende dag de opruimingsdienst wil beginnen aan de klus, trekt Mevrouw Grijs net op tijd de bestuurder van de bulldozer uit zijn cabine met de woorden: ‘wat dacht jij te gaan doen, met dit prachtige groen!’ Vanaf die dag is het hebben van een Gi-ga-groene tuin verplicht. En hij mag nooit naar de kapper.